Projecten

Microproject 'Durahop'

De hopsector, die zeer sterk regionaal geconcentreerd is in de grensregio, staat voor enkele belangrijke uitdagingen. Door de marktgerichte omschakeling van bitterhoppen naar aromahoppen, wordt de intrinsieke kwaliteit van de afgeleverde hop een belangrijke beoordelingsparameter. Het opvolgen van het alfagehalte en oliegehalte tijdens en na de oogst is cruciaal om de hop op het ideale tijdstip te kunnen plukken en zo de beste kwaliteit te kunnen aanbieden aan de brouwerijen.

Bovendien dringt een verdere verduurzaming van de teelt zich op. Enerzijds moeten duurzame alternatieven gezocht worden voor het verdwijnen van de erkenning van gewasbeschermingsmiddelen, anderzijds willen de telers zelf ook streven naar een duurzamere teelt om zo hun product beter in de markt te kunnen zetten. Door de hoptelers van elkaar te laten leren, over de grens heen, willen we komen tot een duurzamere hopteelt met een optimale kwaliteit in de grensregio.

Vanaf eind augustus tot eind september volgt Inagro het alfagehalte en hopoliegehalte van de hop op een tiental percelen op. Zo kunnen ze het ideale pluktijdstip inschatten.

Deze hopanalyses gebeuren in het labo van Inagro volgens de vastgelegde Europese methodes voor hopanalyses. Het nadeel van die analysemethodes is dat ze tijdrovend zijn en de resultaten dus niet de dag zelf gekend zijn. Aangezien de hop tijdens de afrijping snel evolueert, is een snel analyseresultaat heel belangrijk om het ideale pluktijdstip te kunnen bepalen.

In het Interreg-project DURAHOP wordt in 2019 en 2020 een NIR-analysetoestel ter beschikking gesteld voor de hoptelers. Het toestel staat in Poperinge. De hoptelers uit de grensregio Frankrijk, Vlaanderen en Wallonië kunnen ook komen met hun hopstalen om deze te analyseren laten analyseren. Analyses op basis van NIR zijn snel, niet destructief en eenvoudig uit te voeren. Anderzijds wordt het analyseresultaat bepaald aan de hand van een model. Veel analyses zijn nodig om tot een goed model te komen. Na 2019 zal de werking van dit analysetoestel worden geëvalueerd door de verschillende partners in het project (Inagro, Stad Poperinge, vzw HOP, Coophounord).

Het microproject DURAHOP is gefinancierd binnen het Interreg-programma Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Meer info op www.interreg-fwvl.eu.

Leaderproject 'Hopbel - Ontwikkeling van streekeigen Belgische hopvariëteiten'

Met de oprichting van een eigen veredelingsprogramma ‘HopBel - Ontwikkeling van streekeigen Belgische hopvariëteiten’ wil Stad Poperinge samen met de hoptelers en verschillende kennisinstellingen (Inagro, hogeschool Vives en het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek)  eigen lokale hopvariëteiten ontwikkelen om zo terug een stevige positie in de hopmarkt in te nemen.

Kostprijs project: 78.400,00 euro Leader Westhoek: 39.200,00 euro (50%).

Waarom is een streekeigen hopveredelingsprogramma nodig?

Door het groot belang van hop in het brouwproces werden de voorbije decennia in verschillende landen veredelingsprogramma’s opgericht om de hopvariëteiten te verbeteren. Aangezien vooral de VS en Duitsland instaan voor de grootste hopproductie wereldwijd, worden daar de belangrijkste veredelingsprogramma’s teruggevonden. Maar ook in andere landen zoals Engeland, Tsjechië en Frankrijk (de Elzas streek) werden veredelingsprogramma’s opgericht. Deze programma’s richten zich niet enkel op brouwkarakteristieken (aroma en bitterheid), maar ook opbrengst en ziekteresistentie van de hopplant behoren tot de belangrijke selectiecriteria. Hierdoor ontstaan hopvariëteiten die interessant zijn voor zowel de hopteler als de brouwer.

In Vlaanderen, en bij uitbreiding heel België, bestaat geen eigen veredelingsprogramma voor hop. De hopteelt in Vlaanderen, die zich voornamelijk situeert in de streek rond Poperinge, bestaat uit variëteiten die in het buitenland ontwikkeld werden. Niet alle variëteiten die in het buitenland werden ontwikkeld zijn automatisch geschikt om in Vlaanderen geteeld te worden.

Echter, nieuwe en betere hopvariëteiten die in het buitenland ontwikkeld worden, worden meer en meer afgeschermd. Dit betekent concreet dat de Belgische hoptelers geen gebruik kunnen maken van deze nieuw ontwikkelde variëteiten, waardoor ze concurrentieel in het nadeel komen t.o.v. telers in het buitenland. In de toekomst zou dit zelfs nefast kunnen zijn voor de Poperingse Hopteelt.

Doelstellingen van het Leaderproject

Een veredelingsprogramma voor hop is echter heel intensief en het duurt om en bij de 10 jaar. Een dergelijk programma bestaat uit verschillende stappen: selectie, kruisingen tussen mannelijke en vrouwelijke ouderplanten en zaadoogst, opkweken van de zaailingen, screening naar ziekteresistentie, verdere opkweek op veld, waarnemingen naar groeikarakteristieken en opbrengstbepalingen, bepaling van het alfazuur- en oliegehalte en brouwproeven. Via dit Leaderproject dat op 1 januari 2020 van start is gegaan, wordt het veredelingsprogramma opgestart en zullen de eerste jaren overbrugd worden. Een solide basis zal gelegd worden voor de uitbouw van een volwaardig veredelingsprogramma. Via diverse workshops zal samen met de hoptelers en de brouwerijsector gecommuniceerd worden en zal een structuur gezocht worden om dit veredelingsprogramma te bestendigen naar de toekomst toe.

De doelstellingen van dit project zijn dan ook:

  • Ontwikkeling van ziekteresistentie streekeigen Belgische aromahoppen;
  • Kennisopbouw en kennisuitwisseling met brouwers en hoptelers van hopveredelingsprogramma;
  • Verder creëren van draagvlak bij hoptelers en brouwerijsector voor Belgische hopveredeling.

Leader is een programma voor plattelandsontwikkeling. Het wordt gefinancierd met Europese (50 %), Vlaamse (25 %) en Provinciale middelen (25 %). Met steun van ELFPO.